Procesplanning tot de zomer: van 16+8 varianten naar maximaal 5
Waar staan we nu?
De afgelopen maanden hebben we breed verkend wat mogelijk is in de Duurzame Polder. Met inbreng van belanghebbenden hebben de ontwerpers vier landschappelijke denkrichtingen geschetst met elk vier opstelvarianten voor windturbines (in totaal 16). In gesprek over deze schetsen, kwamen nieuwe mogelijkheden op tafel. Zo hebben we stap voor stap geleerd waar we rekening mee moeten houden vanuit de verschillende belangen. Het resultaat van deze fase is een tussenrapport met 16+8 varianten voor de Duurzame Polder.
Waar werken we naartoe?
Tot de zomer werken we toe naar een kleiner aantal varianten. Voor deze vier à vijf varianten zal in de zomermaanden een milieueffectenrapport (MER) worden gemaakt, waarin de gevolgen van de varianten voor het milieu wordt berekend. Naast milieueffecten kijken we ook naar andere aspecten, zoals landbouw, landschappelijke kwaliteit en cultuurhistorie. Elke variant moet een antwoord geven op alle aspecten die er toe doen, maar nog niet alles hoeft tot in detail uitgewerkt te zijn. Daarvoor is tijd na de MER-procedure.
Na de MER-procedure werken we op basis van de kennis uit de MER en met inbreng van belanghebbenden toe naar één voorkeursvariant. Om die voorkeursvariant dit najaar te kunnen onderbouwen, is het belangrijk om nu integrale, onderscheidende én haalbare varianten te maken voor de MER. Deze varianten gaan buiten de bestuurlijke kaders kleuren (zoals de afgesproken afstandnormen), maar respecteren altijd de wettelijke kaders. Dat is belangrijk om een onderbouwing te maken van de voorkeursvariant waarin wél alle bestuurlijke kaders (zoals de afstandsnormen) zijn meegnomen. Alleen op deze manier kan het project later groen licht krijgen van Raad van State.
Varianten die wezenlijk van elkaar verschillen
Het is belangrijk dat de vier à vijf varianten waarvan een MER wordt gemaakt wezenlijk van elkaar verschillen; alleen zo kunnen we namelijk onderbouwen welke richting het beste voor het gebied is.
Varianten die nog geen kansrijke richtingen uitsluiten
De MER toetst effecten op basis van wettelijke kaders. Kaders die aanvullend zijn meegegeven door de politiek, zoals de gewenste afstanden tot de bebouwde kom, zijn geen wettelijke kaders. We moeten daarom ook mogelijkheden buiten het politiek afgesproken zoekgebied verkennen.
Onderscheidende én haalbare varianten
Of een ontwerp haalbaar is, hangt onder andere af van de financiële haalbaarheid (de businesscase van de initiatiefnemers). Daarnaast spelen bijvoorbeeld juridische en politieke haalbaarheid een rol.
Komende stappen
We werken de komende tijd in verschillende stappen naar de vier à vijf varianten. We doen dit met inbreng van belanghebbenden. We spreken belanghebbenden graag over dilemma's en kansen voor combineren of verenigen van verschillende belangen.
Twee ateliers met vertegenwoordigers van belangenorganisaties en bewonersgroepen
We vragen de vertegenwoordigers van belangenorganisaties en bewonersgroepen mee te werken aan het maken van de vier a vijf varianten. Dit doen we in twee bijeenkomsten. In het eerste atelier op 20 april trekken we lessen uit alles wat we tot nu toe verzameld hebben. De ontwerpers maken op basis van de inbreng uit het 1e atelier een voorstel voor vier à vijf varianten. In het tweede atelier op 10 mei spreken en tekenen we hier samen over door.
Delen van conceptvarianten met breder publiek
Eind mei worden deze conceptresultaten breder gedeeld. Dit doen we online en met inloopmomenten op locatie. De inloopmomenten op locatie zullen plaatsvinden op 30 en 31 mei. Hierover wordt u spoedig geïnformeerd. Met de online en offline reacties van de belanghebbenden en belangstellenden worden de conceptvarianten verder uitwerkt tot definitieve varianten. Deze varianten gaan vervolgens door naar het MER.